Sinds haar ontstaan draagt de Arendonke heemkring de naam “Als Ice Can”. Regelmatig krijgen wij de vraag hoe je dit uitspreekt. Sommigen denken zelfs dat het Engels is. Maar niets is minder waar. De naam geldt in wijdverspreide kring als de lijfspreuk van Jan Van Eyck, de Vlaamse Primitief die onder meer het Lam Gods op zijn actief heeft, het wereldberoemde veelpaneel in de Sint-Baafskathedraal te Gent.

Nochtans staat dit motto niet vermeld op het Lam Gods… Het wordt vermeld op slechts enkele werken van Jan Van Eyck, en dan nog op de kaders. Bovendien is het zelfs nooit bewezen dat de zinsnede betekent hetgeen wij er vandaag van maken: een motto ter uitdrukking van nederige trots vanwege Jan Van Eyck over zijn meesterschap.

Luc Vanhove maakte eind 2018 een uitgebreide studie voor het Heemnieuws, waarin verschillende aspecten over de zinsnede worden uitgediept. Hij poogt er ook een betekenis aan te geven en werd daarin bijgestaan door dhr. Daan Van Heesch en prof. dr. Jan Van der Stock van de Universiteit Leuven, mevr. M. Parez, adjunct-conservator te Brugge en mevr. Vanessa Paumen, Coördinator Vlaams Onderzoekscentrum voor de Kunst in de Bourgondische Nederlanden.

De tekst is geschreven in Griekse antieke hoofdletters, waardoor hij lange tijd quasi onleesbaar was. Het is pas in de 19de eeuw dat kunstonderzoekers er een betekenis aan toekenden.

De tekst heeft alle kenmerken van een soort Middeleeuws meme; eerder een beeld dan een tekst. Dit zou hout kunnen snijden, omdat een beeld voor de analfabete middeleeuwer gemakkelijker te interpreteren was dan een tekst. Spijtig voor ons is veel van de toenmalige Middeleeuwse symboliek terzake verloren gegaan in het veranderende wereldbeeld, waardoor een exacte betekenis ervan nu door ons niet meer kan vastgelegd worden.

De tekst in de schilderkunst heeft (waarschijnlijk) de invloed ondergaan van de toenmalige literatuur. Volgens middeleeuwenkenners komt de tekst “als ik kan” waarschijnlijk van een antieke zinsnede die reeds duizend jaar in gebruik was in de literatuur: “Ut potui (non sicut volui)”. Hetgeen tussen haakjes staat werd meestal weggelaten. Het betekende: “zoals ik kan (niet zoals ik zou willen)”. Hetgeen oorspronkelijk een verklaring van nederigheid van de schrijver was, die er zijn onderdanigheid aan de (antieke) goden mee uitdrukte. Hoewel de goden verdwenen bleef de zinsnede in gebruik als een soort versteende uitdrukking, later ook in streektaalvertalingen.

De interpretatie van de Maaseikenaars die in de tekst een pure middeleeuwse Maaslandse schrijfwijze zien van “als ik kan”, is dus eerder een romantische hedendaagse gedachte, die weliswaar op massale goedkeuring kan rekenen van de Limburgse middenstand, maar wetenschappelijk nogal naast de kwestie is.

Het zou evenwel kunnen dat de zinsnede gebruikt werd door Jan Van Eyck, maar dan eerder als uitdrukking van zijn intentie om directe uitdrukking te geven aan zijn onderwerp, dan als gepaste trots over zijn werk, en dat hij het gebruikte als zijn motto is lang niet zeker. Bovendien is onbekend waarom hij gebruik maakte van Griekse kapitalen.

De Arendonkse heemkring heeft het beeld vertaald als “Als Ice Can” om te contrasteren met het Maaseikse “Als ich can”, om te benadrukken dat de afkomst van Jan Van Eyck niet vastligt. Bovendien zijn er al lang aanwijzingen dat de meester in Arendonk geboren werd als zoon van een welgestelde molenaarsfamilie.

Hoe de tekst ooit uitgesproken werd, als hij al bedoeld was om uit te spreken, is niet relevant, ook niet voor Arendonk. Maar de dwaling dat “Als Ice Can” een Engelse spreuk zou zijn, willen we graag voor eens en altijd uit de wereld helpen.