Categorieën: Arendonkse geschiedenis577 woorden2,2 min leestijd

De kolveniersgilde van Sint-Job

Auteurs: 577 woorden2,2 min leestijd

De kolveniersgilde van Sint-Job

DATUM

december 8, 2021

CATEGORIE
Deel dit leesvoer

De kolveniersgilde van Sint-Job

De schuttersgilde Sint-Sebastiaan uit het vorige artikel is goed bekend in Arendonk. Toch waren er vroeger nog twee andere gilden actief die vandaag minder bekend zijn. De eerste was de voetbooggilde van Sint-Joris, de tweede waren de ‘bombardiers’ van Sint-Job.

Schuttersgilden hadden oorspronkelijk tot doel om hun stad en inwoners te beschermen tegen gevaar. Er heerste toen in de Kempen dan ook alom “groote onveiligheid ter oorzake van roovers, plunderaars, vagebonden en meer dergelijk volksken”, zoals geschiedschrijver Coveliers het zo plastisch verwoordt.

In 1584 was Arendonk het doelwit van een bende beeldenstormers uit de Noordelijke Nederlanden. Nadat zij tientallen huizen in brand hadden gestoken en de kerk vernield, sloeg een groot deel van de bevolking op de vlucht. De 80-jarige oorlog liet dus ook in Arendonk zijn sporen na.

In de jaren nadien keerden de inwoners met mondjesmaat terug naar hun vernielde stadje. De rust was hergekeerd en beschadigde huizen werden weer opgebouwd. In 1596 werd bij vorstelijk octrooi een kolveniersgilde opgericht met als doel om Arendonk te beschermen tegen “vrybuiters, knevelaers ende andere quaetdoeners”. Want men wilde niet nog eens zo’n ramp meemaken. Kolveniersgilden waren populair in die periode want ook Mol (1568), Retie (1586) en Kasterlee (1598) kregen er een.

De caerte die koning Filips II op 13 september 1596 ondertekende, bevatte 40 artikelen. Het reglement was geïnspireerd op de kaarten van Mol en Retie. Men sprak van de “bruerschap ende gulde vanden colveniers oft busschieters”. Het was dus meer dan een gewapend legertje. De gilde was vooral ook een vereniging waarin vriendschap centraal stond. Amper vijf jaar na de oprichting telde ze al 34 leden.

Het jaarlijkse teerfeest (of kolfdag) vond plaats op 10 mei, naamdag van heilige Job. De feestelijkheden begonnen steevast met een plechtige misviering en een processie door de straten van Arendonk. Nadien werd er goed gefeest. De uitdrukking “Hij heeft Sint-Job gezien”, werd gebruikt wanneer iemand van de leden zichtbaar teveel gedronken had…

Tijdens de Franse overheersing moest de gilde al haar bezittingen afgeven. Vermoedelijk bleef de vereniging nadien nog wel een tijdlang bestaan. Er zijn hierover helaas geen schriftelijke bronnen bewaard gebleven. Of er toen nog veel verdedigd moest worden, valt enigszins te betwijfelen. De schutters marcheerden door de straten en schoten met losse flodders. De mensen van Arendonk moesten ermee lachen: “Met poeder en met lood – schieten zij de musschen dood”…

Bronnen

Geschiedenis der vrijheid Arendonk; Th. Ign. Welvaarts
Arendonk, geschiedkundige beschrijving; Lod. Coveliers
Sint-Job, een Kempische Noodhelper; Jan Goris
De Guld, Sint-Sebastiaan Arendonk; Eug. Van Autenboer

Jef Van Steenbergen

Blijf lezen: